Verkiezingen voor de Provinciale Staten vinden eens in de vier jaar plaats. De volgende verkiezingen voor de Provinciale Staten worden georganiseerd op 15 maart 2023. De laatste verkiezingen voor de Provinciale Staten vonden plaats op 20 maart 2019.
Het aantal leden van de Provinciale Staten is afhankelijk van het aantal inwoners van een provincie. Als provincie met de minste inwoners heeft Zeeland 39 statenleden, terwijl in de Zuid-Hollandse staten maar liefst 55 volksvertegenwoordigers plaatsnemen. Het aantal zetels wordt gebaseerd op de inwoneraantallen op 1 januari van het jaar voorafgaand aan de Provinciale Statenverkiezingen.
Het overzicht van het totale aantal Statenzetels was in 2019 als volgt:
Provincie Drenthe
41
Provincie Flevoland
41
Provincie Fryslân
43
Provincie Gelderland
55
Provincie Groningen
43
Provincie Limburg
47
Provincie Noord-Brabant
55
Provincie Noord-Holland
55
Provincie Overijssel
47
Provincie Utrecht
49
Provincie Zeeland
39
Provincie Zuid-Holland
55
Provinciaal bestuur in het kort
In iedere provincie worden burgers vertegenwoordigd in het bestuur. Dit gebeurt via de Provinciale Staten.
De Staten controleert het dagelijks bestuur van de provincie: het college van Gedeputeerde Staten. Dit college wordt benoemd door de Provinciale Staten.
De vergaderingen van zowel de Provinciale Staten als het dagelijks bestuur worden voorgezeten door de commissaris van de Koning. De commissaris van de Koning wordt door de landelijke regering benoemd voor een periode van zes jaar.
De machtsverdeling binnen het provinciaal bestuur kan worden vergeleken met het landsbestuur. De Provinciale Staten zijn dan vergelijkbaar met de Tweede Kamer, terwijl het college van Gedeputeerde Staten enigszins lijkt op het kabinet.
Kiezen leden Eerste Kamer
Leden van de Provinciale Staten kiezen, samen met de leden van de kiescolleges, de Eerste Kamer. De Eerste Kamerverkiezingen worden twee á drie maanden na de Provinciale Statenverkiezingen georganiseerd.
Niet elk Statenlid heeft een even zware stem. Dat zou ook niet logisch zijn, want de provincies verschillen in inwonertal. De zogenaamde stemwaarde van ieder statenlid hangt af van het aantal inwoners van de provincie die zij vertegenwoordigen. De inwoneraantallen die hierbij worden gebruikt, zijn de provinciale bevolkingsaantallen op 1 januari van het jaar waarin de Eerste Kamerverkiezing plaatsvindt.
Op woensdag 15 maart 2023 zijn de verkiezingen voor de Provinciale Staten en voor de waterschappen. De stembureaus zijn open van 07.30 tot 21.00 uur.
Als u stemt, heeft u invloed op wat er de komende jaren gebeurt in uw provincie en uw waterschap. Ook heeft u indirect invloed op de verkiezing van de Eerste Kamer.
Ga in ieder geval stemmen! Laat je stem niet verdampen!
Ga stemmen in alle Staten voor de Eerste Kamer
Waterschapsverkiezingen 15 maart 2023
Als enige land ter wereld heeft Nederland zijn polders een eigen bestuurslaag gegeven: 21 waterschappen beslissen over de waterhuishouding. OP 15 maart zijn daarom ook tegelijk met de Provinciale verkiezingen de Waterschapsverkiezingen.
Het overgrote deel van de Nederlandse veenpolders is boerenland. Op veen groeit weinig, dus staat het vooral vol gras en koeien. Door een lagere grondwaterstand groeit er meer gras op het veen. Dat gras snel en efficiënt zaaien en oogsten gebeurt door zware machines, die alleen het land op kunnen als het grondwaterpeil laag genoeg is.
Waterschappen hebben de grondwaterpeilen decennialang laag gehouden. ‘In het landelijk gebied kan de bodemdaling niet los worden gezien van de intensieve melkveehouderij,’ schreef het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) daarover in 2016; De Friese veenpolders spannen de kroon: daar kun je 90 tot 120 centimeter in het veen graven voor je water tegenkomt.
Veel Nederlandse huizen hebben houten funderingen die verzakken door een te laag grondwaterpeil die scheuren in muren veroorzaken, en die weer de verzakking verergert. Het vervangen van de fundering loopt al snel in de tonnen. Landelijk zal volgens het PBL bodemdaling huizen op het platteland tot 2050 tussen de 450 miljoen en 1 miljard schade opleveren. Zo’n 90% van die schade komt door ‘vermijdbaar menselijk handelen,’ schreef de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (RLI) in 2020. Bij deze berekening zijn niet alleen huizen op houten palen meegerekend. Een deel van de woningen is gebouwd zonder palen en rust op de slappe veenbodem. Deze huizen krijgen bij bodemdaling te maken met ongelijke verzakking: het veen zakt niet overal in hetzelfde tempo, waardoor het huis scheef komt te staan. In steden spelen nog veel complexere problemen door bodemdaling, omdat hier vaak huizen met en zonder palen door elkaar staan. Daalt de bodem, dan blijven huizen op palen op dezelfde hoogte staan. De huizen zonder palen zakken wel.
Dat zorgt voor een dilemma voor de waterbeheerder: als het waterpeil gelijk blijft, komen de zakkende huizen onder water te staan. Maar verlaging van het peil zorgt voor houtrot bij de huizen op palen. Eenvoudige oplossingen zijn er niet: deels kunnen kleinere ‘peilvakken’ gemaakt worden om voor een kleiner groepje huizen het waterpeil in te stellen. In andere gevallen moet de fundering vervangen worden. In beide gevallen zijn daar enorme kosten mee gemoeid. Tot nu toe gebeurt er nog maar weinig
De stedelijke gebieden inbegrepen schat Deltares een onderzoeksinstituut voor water en bodem, dat 750 duizend tot een miljoen huizen in Nederland schade zullen ondervinden door lage grondwaterstanden. Die schade herstellen kost tot 2050 de tussen 8 en 39 miljard euro. De ontwatering kost de maatschappij veel. Naast rottende palen en verzakkende huizen lopen ook wegen, bruggen, waterleidingen en riolen schade op door lage waterstanden. In het landelijk gebied zal dat de maatschappij nog eens zo’n 680 miljoen kosten tot 2050. Bron: FTM 15-02-2023
Stichting Maatschappij en Cannabis Redactie: Gerrit Jan ten Bloemendal, Jeroen Bos en Lisa Lankes Redactionele bijdragen: Mauro Picavet Fotografie: Gerrit Jan ten Bloemendal contact mailadres